De functie van het overblijven
Overblijven vindt midden op de dag plaats tussen het onderwijs van de ochtend
en de middag. Primair is deze periode bedoeld om te kunnen bijtanken, zowel letterlijk
door te eten als figuurlijk door kracht op te doen voor de nog volgende onderwijsuren.
Het overblijven is ook te zien als moment om tot rust te komen en ontspanning
te vinden. Belangrijk is dat de opgedane ervaringen van die ochtend een plaats
kunnen krijgen door bijvoorbeeld een activiteit aan te bieden. Aan de andere kant
dient het moment van overblijven ook een element van vrije tijd in zich te hebben
door ruimte te bieden aan vrij spel.
Hoewel het overblijven vaak als collectieve activiteit wordt gezien, is het juist belangrijk om ook voor het individuele kind
ruimte te scheppen. Dat betekent dat de mogelijkheid er moet zijn voor individuele aandacht, eventueel in kleine groepjes en
individueel in te vullen momenten van rust.
Belangrijk is ook dat een kind niet alleen ruimte krijgt, maar zich ook veilig weet. Structurering van tijd, programma en ruimte
kunnen daartoe een bijdrage leveren. Ook de houding van overblijfmedewerkers is van essentieel belang. Kinderen moeten kunnen
ervaren welke handelingsruimte ze hebben en wat er van hen wordt verlangd. Het is minstens van even groot belang dat zij zich als
persoon geaccepteerd weten. Dat betekent dat er goed naar kinderen, ook individueel, dient te worden gekeken. Een goed afstemming
met de leerkracht en de ouder is daarbij essentieel.
Het is belangrijk onderscheid te maken in de aanpak tussen jongere en oudere kinderen. Voor jongere kinderen is bijvoorbeeld de
locatie van het overblijven de basis. Met oudere kinderen zouden afspraken gemaakt kunnen worden over uitbreiding van hun terrein
door bijvoorbeeld bezoek aan vriendjes. Onder meer om te voorkomen dat zij zich geïsoleerd weten van hun sociale omgeving. Ook hier
is opnieuw goede afstemming met ouders en anderen noodzakelijk.
De doelstelling van het overblijven zou er als volgt uit kunnen zien:
Een dusdanig klimaat te scheppen dat kinderen zich veilig en geborgen weten en de mogelijkheid hebben tot rust te komen.
Tegelijkertijd dienen ze de ruimte en stimulans te krijgen om zich te uiten in een goede balans tussen vrij spel en aangeboden
activiteiten. Zowel via een meer collectieve benadering als door meer op het individu gerichte aanpak Ook dient er ruimte te zijn
voor een meer leeftijdsadequate benadering en differentiering.
(Wordt vervolgd) december 1999
Hoe kan men deze doelstelling tot stand proberen te brengen?
Het scheppen van een goed klimaat ligt grotendeels in handen van de betrokken medewerkers. Zij zullen zich de vooropgestelde doelen eigen hebben kunnen maken. Ook dienen zij regelmatig met elkaar te overleggen over de invulling van hun aanwezigheid. Met elkaar, maar ook met ouders, leerkrachten en de (oudere) kinderen. Over de wijze waarop moeten afspraken worden gemaakt.
Het is belangrijk dat medewerkers zich ondersteund en gewaardeerd weten in hun werk. Hiertoe dienen mogelijkheden te worden ontwikkeld.
Ook dient het duidelijk te zijn met welke middelen zij kunnen werken. Dat kan variëren van speelgoed, spelmateriaal e.d., inbreng van buiten, bijvoorbeeld kunstenaars, als de ruimte waarbinnen zij werken. Een ruimte kan zeer sfeerbepalend zijn. Wanneer er recht wordt gedaan aan de meerdere functies van het overblijven, zijn er meerdere gescheiden ruimtes nodig. Het meest ideale zou zijn wanneer het schoolgebouw deze meerdere functies in zich zou herbergen. De school als multifunctionele ruimte voor onderwijs en buitenschoolse opvang, te beginnen met het overblijven.
Om het overblijven een meer specifieke pedagogische opdracht te verstrekken dienen er nog
een aantal andere vragen te worden beantwoord te worden zoals o.a.:
- Hoe wordt op bepaalde gebeurtenissen gereageerd (bijv feesten e.d.)
- Wat voor behoeftes hebben kinderen, waarbij de behoefte aan rust, stimulering en spel als algemene uitgangspunten kunnen dienen.
- Hoe staan kinderen ten opzichte van technische ontwikkelingen, zoals computers en andere media en wat doe je er dan mee.
- Hoe valt meer inhoud te geven aan hun relatie met volwassenen. (Kinderen hebben nauwelijks meer kijk op de werkzaamheden van hun ouders,
hoe kun je toch iets van die wereld naderbij brengen.)
- Hoe staan kinderen tegenover speelgoed, welke keuzes worden daar door kinderen tijdens het overblijven voor gemaakt en waarom.
- Is er behoefte om iets met natuurlijke materialen te doen en hoe richt je daar de (buiten)ruimte voorin.
Hoe wordt er gekeken naar de omgang tussen kinderen en wat willen we stimuleren wat op welke wijze niet (straffen en belonen.)
Januari 2000
Informatie:
Ed van Veen
e.c.vanveen@chello.nl
Sloepstraat 20
1503 KJ Zaandam
Tel.: 075-6171199 (bij voorkeur tussen 18.00-19.00)
Voor verdere informatie stuur een e-mail
!!